Modernisering Energieprestatievergoeding huur (EPV 2.0)

24-01-2023

Modernisering Energieprestatievergoeding huur (EPV 2.0)

Verhuurders die hun woningen tot een 'Nul op de Meter' (NOM) woning renoveren, mogen vanaf 1 september 2016 onder voorwaarden een Energieprestatievergoeding (EPV) bij de huurders in rekening brengen. De Wet- en regelgeving omtrent EPV is opgenomen in de Regeling Energieprestatievergoeding Huur (REH) en het Besluit Energieprestatievergoeding Huur (BEH). Het BEH wordt grondig herzien, met als doel om EPV te vereenvoudigen en het voor verhuurders makkelijker te maken om tot hoogwaardige verduurzaming over te gaan. De wijzigingen zijn opgenomen in het integraal Besluit energieprestatievergoeding huur (EPV 2.0), d.d. 30-11-2022. Dit document ligt online ter inzage.

Belangrijkste wijzigingen in het kort (artikel 2 t/m 5 EPV 2.0

  • Voor de beoordeling wordt weer gebruik gemaakt van de vigerende Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500-W, in plaats van de oude BRL 9500 deel 05, 2016, wat inhoudt dat berekeningen worden uitgevoerd op basis van de NTA8800 in plaats van de NEN 7120.
  • Het is niet meer mogelijk om EPV in rekening te brengen bij woningen met gasaansluiting en vooralsnog ook niet voor woningen met aansluiting op een warmtenet.
  • De hoogte van de in rekening te brengen EPV wordt niet meer afhankelijk van de berekende hoogte van de netto-warmtevraag. Er is wel onderverdeling in eengezinswoningen en appartementen en woningen vóór 2019 (EPV basis) en vanaf 2019 (EPV Hoogwaardig). Zie onderstaande (voorlopige) tabel uit de herziene regeling.
Besluit energieprestatievergoeding huur
Bijlage 1 bij het Besluit energieprestatievergoeding huur 
  • In aanvulling op de eisen uit onderstaande tabel dient het gemeten elektriciteitsgebruik voor ventileren, monitoring en eventueel aanwezige elektrische of infraroodverwarming in de badkamer volledig te worden gecompenseerd. Als alternatief mag hier een stelpost van 700 kWh/jaar voor worden aangehouden.
  • Wanneer het overeengekomen gegarandeerde aantal kWh niet gehaald wordt in een bepaald jaar, dan krijgt de huurder een korting op de EPV, conform artikel 3.2 van EPV 2.0.
  • In de woning moeten tenminste 2 meters geplaatst worden voor monitoring, te weten:
    ◦ het jaarlijks aantal opgewekte kWh's.
    ◦ Het totaal verbruik voor verwarming, koeling en warm-tapwater.
  • Een 3e meter mag toegevoegd worden om het verbruik voor ventilatie, monitoring en (indien aanwezig) infrarood verwarming in de badkamer te monitoren. Als alternatief mag hiervoor ook 700 kWh/jaar voor worden aangehouden.

Wanneer van kracht? (Artikel 6 en 7 EPV 2.0)

Naar verwachting zal de nieuwe regeling op 1 juli 2023 in werking treden, tegelijk met de Wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen (Stb. 2016, 199).

Er komt een overgangstermijn van 6 maanden. Tot 6 maanden na inwerktreding is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de huidige methodiek (op basis van NEN 7120).

De huidige EPV blijft bestaan. Voor verhuurders en huurders van woningen die onder het bestaande besluit Energieprestatievergoeding huur vallen verandert er niets.

Peutz is gecertificeerd voor het uitvoeren van berekeningen ten behoeve van EPV

Berekeningen conform BRL 9500-W mogen alleen worden opgesteld door bedrijven die voor dit deel van de BRL 9500 zijn gecertificeerd. Peutz is voor elk van de delen van de BRL gecertificeerd.

Heeft u vragen of wilt u meer informatie over de energieprestatievergoeding, neem dan contact op met onze adviseurs.