Vanaf 1 november 2014 is het eenvoudiger geworden om de functie van een gebouw of terrein (tijdelijk) te wijzigen. De proceduretijd wordt korter en de onderzoekslast neemt af. Ook mogen er meer bouwwerken zonder omgevingsvergunning worden gebouwd.
Vooruitlopend op de Omgevingswet, en om onder meer leegstand tegen te gaan, is per 1 november 2014 het Besluit omgevingsrecht (Bor) gewijzigd. Deze wijziging maakt het mogelijk voor meer functie- en tijdelijke wijzigingen de reguliere procedure (8 weken) in plaats van de uitgebreide procedure (26 weken) te doorlopen. Daarbij kan worden volstaan met een ruimtelijke motivatie (beperkt) in plaats van een ruimtelijke onderbouwing (uitgebreid) waardoor ook de onderzoekslast in veel gevallen kan worden beperkt. Daarnaast wordt het procedureel eenvoudiger om aan- of uitbouwen, bijgebouwen of andere kleine bouwwerken aan de achterkant van een woning of ander hoofdgebouw te realiseren.
Tijdelijk afwijken bestemmingsplan
De procedure om tijdelijk af te wijken van het bestemmingsplan is verkort van 26 naar 8 weken. Daarnaast is het mogelijk om voor een periode van 10 in plaats van 5 jaar af te wijken van het bestemmingsplan. Het is hiermee mogelijk om bijvoorbeeld geluidgevoelige functies (waaronder woningen) tijdelijk te realiseren op locaties waar grenswaarden worden overschreden. De Wet geluidhinder stelt immers dat toetsing aan grenswaarden bij tijdelijke functies niet noodzakelijk is. Daarbij liggen de eisen voor een karakteristieke geluidwering van een tijdelijk bouwwerk (conform het Bouwbesluit) nog steeds 10 dB of dB(A) lager.
Functiewijziging bestaande bebouwing
Tot 1 november was het mogelijk om middels een reguliere procedure de functie van bestaande bebouwing binnen de bebouwde kom te wijzigen. Als randvoorwaarden gold een maximum oppervlakte van 1.500 m2 en het niet mogen wijzigen van het aantal woningen. Beide randvoorwaarden zijn komen te vervallen. Daarnaast mag ook de functie van het bijbehorende terrein worden gewijzigd. Het realiseren van logiesfuncties voor werknemers in bestaande bebouwing is nu ook buiten de bebouwde kom toegestaan. Ten aanzien van dergelijke functiewijzigingen dient ermee rekening te worden gehouden dat (in tegenstelling tot voorheen) wel moet worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder.
Vergunningvrij bouwen
Met name voor het bouwen in het achtererfgebied hoeft in veel gevallen geen vergunning meer te worden aangevraagd. Zo kan op niet aangebouwde bijgebouwen, zoals vrijstaande garages en bergingen, onder voorwaarden zonder vergunning een kapverdieping worden gebouwd. Bestaande bijbehorende bouwwerken (in het achtererfgebied) mogen vergunningvrij worden uitgebreid. Aan- en uitbouwen mogen 4 meter diep en 5 meter hoog worden (voorheen was dat respectievelijk 2,5 en 4 meter). Daarnaast is het vergunningvrije oppervlakte gekoppeld aan de grootte van het bebouwingsgebied (in plaats van maximaal 50%). Ook ten aanzien van gebouwen voor mantelzorg zijn de regels versoepeld. Bijbehorende bouwwerken of uitbreiding daarvan in het achtererfgebied ten behoeve van mantelzorg mogen vergunningvrij worden verbouwd én gebouwd. Voor mantelzorg is, net als voor functiewijzigingen, de randvoorwaarde dat het aantal woningen niet mag toenemen komen te vervallen.
De beschreven wijziging van wetgeving biedt veel kansen. Het blijft echter per situatie gewenst om te zoeken naar de juiste procedure. Hierbij spelen ook andere aspecten een rol. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (juridische) risico's en gewenste flexibiliteit. Per situatie kunnen wij u hiervoor op maat adviseren.
Contactpersoon: k.vandernat [at] peutz.nl (subject: %5Bwebsite%5D%20RO%20wijziging) (Koen van der Nat)